Plus500 does not provide CFD services to residents of the United States. Visit our U.S. website at us.plus500.com.

Phillipscurve uitgelegd: inflatie versus werkloosheid

De Phillipscurve is een hoeksteen van de moderne macro-economie. Deze geeft de historische relatie weer tussen twee belangrijke economische indicatoren: inflatie en werkloosheid. Het concept houdt in dat wanneer de werkloosheid daalt, de inflatie doorgaans stijgt, en omgekeerd. Maar is deze wisselwerking nog steeds geldig in de huidige economie?

Een afbeelding van een handelaar

TL;DR

  • Phillipscurve: een theoretisch model dat inflatie koppelt aan werkloosheid.
  • Oorsprong: ontwikkeld in 1958 door A.W. Phillips met behulp van de loongegevens van het Verenigd Koninkrijk.
  • Oorspronkelijk gebruik: bood een kader voor het afwegen van economisch beleid.
  • Kritiek: het tijdperk van stagflatie in de jaren 70 stelde de aannames op de proef.
  • Moderne visie: nu aangepast inclusief inflatieverwachtingen en stabiliteit op lange termijn.

Oorsprong van de Phillipscurve

De Phillipscurve werd voor het eerst geïntroduceerd door de econoom A.W. Phillips, die gegevens uit het Verenigd Koninkrijk van bijna een eeuw bestudeerde. Hij merkte op dat periodes van lage werkloosheid vaak gepaard gingen met stijgende lonen, wat hij later in verband bracht met algemene prijsinflatie. Dit inzicht vormde de basis van de curve die nu zijn naam draagt.

Aanvankelijk leek het erop dat beleidsmakers de inflatie en de werkloosheid konden beheersen door middel van een ruil: het ene verlagen door meer van het andere te accepteren. Dit idee beïnvloedde economische beslissingen in het midden van de 20e eeuw sterk.

Hoe de curve werkt

In wezen stelt de Phillipscurve een omgekeerde relatie voor:

  • Wanneer de werkloosheid laag is: werknemers hebben meer onderhandelingsmacht, wat leidt tot loonsverhogingen en hogere prijzen (inflatie).
  • Bij de werkloosheid hoog is: de loonstijging vertraagt, waardoor de inflatie wordt getemperd.

Deze dynamiek heeft tot de overtuiging geleid dat regeringen de economische prestaties konden sturen door hun beleid aan te passen en zo te ‘kiezen’ tussen inflatie en werkloosheid.

Uitdagingen voor de theorie

De ineenstorting in de jaren 70

De oliecrises van de jaren 70 veroorzaakten een verontrustend fenomeen: stagflatie - een stijgende inflatie en werkloosheid die tegelijkertijd optraden. Deze uitkomst kwam niet overeen met wat de Phillipscurve voorspelde, wat aantoont dat het raamwerk te simplistisch was.

Introductie van verwachtingen

Economen als Milton Friedman en Edmund Phelps stelden dat het oorspronkelijke model een belangrijke factor negeerde: verwachtingen. Zij introduceerden het idee dat mensen en bedrijven anticiperen op toekomstige inflatie en hun gedrag daaraan aanpassen. Bijgevolg kon alleen onverwachte inflatie de werkloosheid tijdelijk doen dalen.

Dit leidde tot de Phillipscurve met uitgebreide verwachtingen, die laat zien hoe overtuigingen over inflatie economische beslissingen beïnvloeden.

Perspectieven op korte termijn versus perspectieven op lange termijn

Op de korte termijn

De curve heeft enige geldigheid over korte perioden. Wanneer de inflatie het publiek verrast, kan de werkgelegenheid tijdelijk toenemen. Centrale banken zouden hier in noodsituaties gebruik van kunnen maken door een expansief beleid te voeren om groei te stimuleren.

Op de lange termijn

Na verloop van tijd keert de economie echter terug naar een ‘natuurlijk’ werkloosheidspercentage, ook wel bekend als de Non-Accelerating Inflation Rate of Unemployment (NAIRU). Op dit punt wordt de relatie tussen inflatie en werkloosheid minder voorspelbaar en wordt de curve vlakker.

In dit langetermijnscenario leidt elke poging om de werkloosheid onder het natuurlijke niveau te houden simpelweg tot aanhoudende inflatie, zonder dat er daadwerkelijk banen worden gecreëerd.

Invloed op beleidsbeslissingen

Het begrijpen van de Phillipscurve is al lang een leidraad voor centrale banken en regeringen:

  • Monetair beleid: instellingen zoals de Bank of England of de Europese Centrale Bank gebruiken rentetarieven om een balans te vinden tussen inflatiebeheersing en banengroei.
  • Fiscaal beleid: bij beslissingen over overheidsuitgaven wordt vaak afgewogen hoe deze zowel de prijzen als het werkgelegenheidsniveau kunnen beïnvloeden.

Vanwege historische verrassingen, zoals de jaren 70 en wereldwijde verschuivingen op de arbeidsmarkt, passen moderne beleidsmakers dit model echter voorzichtig toe en in combinatie met andere instrumenten.

Relevantie vandaag

In de afgelopen decennia is de voorspellende kracht van de Phillipscurve afgenomen. Er zijn verschillende redenen:

  • Globalisering: internationale arbeidsmarkten en toeleveringsketens hebben de binnenlandse loongroei afgeremd.
  • Technologische vooruitgang: automatisering en digitalisering hebben de werkgelegenheidsdynamiek veranderd.
  • Inflatiebestrijding: de inzet van centrale banken voor een lage, stabiele inflatie heeft de verwachtingen verankerd, waardoor de inflatie minder reageert op veranderingen in de werkloosheid.

Ondanks deze veranderingen blijft de Phillips curve een waardevol lesmodel dat de delicate wisselwerking tussen inflatie en werkgelegenheid illustreert, ook al vereist de toepassing ervan in de praktijk een bredere economische lens.

Conclusie

De Phillipscurve is al meer dan een halve eeuw bepalend voor het economisch denken. Hoewel er aanvankelijk sprake leek te zijn van een duidelijke wisselwerking tussen inflatie en werkloosheid, blijkt uit de praktijk dat de relatie veel complexer is. Moderne versies van de curve, waarin inflatieverwachtingen en langetermijntrends zijn verwerkt, bieden een genuanceerder beeld.

Hoewel de Phillipscurve misschien niet alle antwoorden biedt, blijft het een essentieel concept om te begrijpen hoe economieën functioneren – en waarom de balans tussen groei en stabiliteit een steeds veranderende uitdaging is.

Veelgestelde vragen

Deze visualiseert de wisselwerking tussen inflatie en werkloosheid, vooral op de korte termijn.

Omdat deze er niet in slaagde om periodes te verklaren waarin zowel inflatie als werkloosheid stegen, zoals tijdens de jaren 70.

Inflatieverwachtingen beïnvloeden hoe mensen zich gedragen, waardoor de curve in de loop der tijd minder betrouwbaar werd.

Jawel, maar op een beperktere en voorwaardelijkere manier - vooral wanneer de verwachtingen goed verankerd zijn.

Stel uw kennis op de proef

Klaar om de volgende stap te zetten op uw reis?

Waarom Plus500?

Beschermd & veilig

Uw gegevens zijn veilig en uw geld wordt bewaard op gescheiden bankrekeningen, in overeenstemming met wettelijke vereisten.

Professionele ondersteuning

Geniet van toegewijde klantenservice de klok rond in meerdere talen.

Gereguleerd

Gelicentieerd en gereguleerd door een verscheidenheid aan globale toonaangevende toezichthouders. Lees hier meer over.

Goedgekeurd

Plus500 Ltd is een FTSE 250 bedrijf genoteerd aan de belangrijkste markt van de beurs van Londen voor beursgenoteerde bedrijven.